PLATVORM VOOR DE ZIEL



•TEGENSTREVEN IN TUSSENTIJD•
VERWONDERAARS, OPSTANDIGEN, BETWETERS, FUCKSIASTEKKERS EN KUNSTENAARS, LAATMAARWAAIERS, KNIEZERS, SCHAVUITEN, GELIEFDEN EN VERDWAALDEN, RUIMHARTIGEN, EIGENHEIMERS, VREEMDELINGEN, AUTODIDACTEN EN UITVINDERS, FIGURANTEN, FANTASTEN, GODDELOZEN, TRIANGELSPELERS EN DROMERS, REIZIGERS, VERZAMELAARS, DOEMDENKERS, HALFSLACHTIGEN, OPTIMISTEN EN APEGAPERS...

woensdag 18 augustus 2010

WEEE-WEEE...DADA

Ik heb een hekel aan een bruidssluier, groeit altijd uit de klauwen. Een keer heb ik op een mooie zomerdag een meting gedaan en dan kom je uit op meer dan 10 cm. per dag, reken maar eens uit. Nu deed de situatie zich voor dat ik een lege tuin zo gauw mogelijk groen wilde hebben om de mussen te lokken, dus ik ben overstag gegaan en heb bij de achterdeur weer zo'n wildgroeier neergezet naast de klimop en tegenover de spar, met onvermoede gevolgen.
Een regelrechte mussen"plaag". Alle juvenieltjes uit de buurtnesten slapen 's nachts in de bruidssluier en opgeteld zijn dat er zo langzamerhand zo'n stuk of dertig. Tegen zeven uur 's avonds komen ze van alle kanten aanflapperen en gaan een plekje zoeken voor de nacht in de wir-war van staketsels. Zo'n anderhalf uur worden roddels uitgewisseld, kleine meningsverschillen en zelfs heftige discussies met vallende veertjes als het om de eigen slaaptak gaat. Een telefoongesprek voeren met open tuindeur is bijna niet meer mogelijk, zoveel stampij. Het gedicht van Jan Hanlo is niet compleet weet ik nu: tjilp alleen is niet voldoende: mussen voeren hele conversaties onderling, je zou er haast sonnetten in herkennen. Het regent al een paar dagen en de musjes schuilen dan ook overdag tussen de takken onder mijn slaapkamerraam en zo kreeg ik de ultime gelegenheid iets van de mussenspraak bij te leren. Ergens uit een hoekje van de tuin klonk een nauwelijks hoorbaar en waterig jsjieee-weee en dat een aantal keer achter elkaar. Een andere mus, we noemen hem maar even DA, zittend in de bruidsluier antwoordde even later met een scherp geratel en was daarna een tijdje stil. Uit de tuin weer dat zielige geweee, waarop DA drie keer een enorme variatie aan piepjes, tjilpjes en wulpjes ten gehore bracht. Het bleef een tijdje stil tot weee-weee weer begon, onophoudelijk. DA begon met een niet na te vertellen scala aan geluidjes waarin ik op gegeven ogenblik het geluid van regen herkende. Omdat DA dit nog een aantal keren herhaalde kon ik dit staven: écht ik kan er niets anders van maken: ergens in het lange liedje klonk het als regen dat van dakpannen klatert. Weee-weee was vanaf dat moment niet meer te horen. Ik weet het, mensen proberen altijd te projecteren, maar ik bedacht me opeens dat de jonge mussen nog nooit eerder in hun korte bestaantje zoveel regen over zich heen hadden gekregen. Het leek werkelijk alsof DA uitleg gaf over dit natuurverschijnsel aan Weee-Weee, al was het dan in Mussentaal. Bijvoorbeeld zoiets als eerst: een oplettjilpje, daarna een piepje dat eten(gewoonte) betekend, dan een regenrateltje en als afsluiting een geruststellend piepeltje. en dat drie keer herhaald om de boodschap goed in te laten zinken. Als ik ga slapen, slapen 40 centimeter achter de muur naast me 30 juvenieltjes, is dat niet wonderbaarlijk wakker worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten